• Briljant samenspel bij weefselherstel

    Briljant samenspel bij weefselherstel

Briljant samenspel bij weefselherstel

“ Jij kan deel uitmaken van het briljante samenspel bij weefselherstel door een goede balans te creëren tussen rust en beweging, de juiste voeding en een doelgerichte positieve instelling. ” Dr. Tim J. Schuijt, 18 April 2016

Direct na een blessure activeert het lichaam verschillende processen om het beschadigde weefsel weer zo snel mogelijk te herstellen. Dit proces bestaat uit een aantal fases, waarbij de verschillende celtypen op een briljante manier met elkaar samenwerken. Ja, ook jij kan deze cellen een handje helpen!

WEEFSELSCHADE

Zodra er weefselschade optreedt na een te zware belasting of een ongeluk, zal het lichaam direct in actie komen om het weefsel weer in oorspronkelijke staat te herstellen. Om dit zo efficiënt mogelijk te doen, zijn er verschillende fasen van weefselherstel die elkaar gedeeltelijk overlappen. Grofweg kunnen er drie fases worden onderscheiden: de ontstekingsfase, de proliferatie- en productiefase en de organisatiefase 1. In het eerste deel van dit artikel zal ik uitleggen wat jij er aan kan doen om deze fases efficiënter te laten verlopen en in het tweede deel leg ik uit wat er tijdens deze fases afspeelt op celniveau in het beschadigde weefsel. Als voorbeeld nemen we iemand die flink op zijn knie gevallen is.

HET PRAKTISCHE DEEL – WAT KUN JIJ DOEN?

Tijdens de ontstekingsfase

Kort nadat je op je knie gevallen bent, zal je merken dat de knie warm aanvoelt, dik wordt, pijn doet en dat je de knie niet meer goed kan gebruiken, dit is de ontstekingsfase. Het is belangrijk dat je tijdens de eerste 48 uur het lichaamsdeel in een zo natuurlijk en functioneel mogelijke positie houdt. De reden hiervan is dat in de eerste 48 uur, nadat er weefselschade is ontstaan, er in het beschadigde weefsel nieuwe bloedvaatjes groeien.

Tijdens de proliferatiefase

Tijdens de proliferatiefase wordt er hard gewerkt om het weefsel op te bouwen. Deze fase wordt al opgestart tijdens de ontstekingsfase, begint ongeveer 2 dagen na de verwonding en duurt ongeveer 2 weken 1. Het is belangrijk om zo snel mogelijk te beginnen met bewegen, maar natuurlijk wel binnen de pijngrens. Beweging zorgt namelijk voor de afvoer van overtollig vocht en zorgt voor een betere doorbloeding, en dus een beter aanvoer van zuurstof, voedingstoffen en vitamine C waarmee de fibroblasten aan het werk kunnen gaan. Vitamine C stimuleert de productie van het sterkere collageen type I. Beweging zorgt er ook voor dat de myofibroblasten collageenvezels in de goede richting (bewegingsrichting) aanleggen en dichttrekken. Maar let op! Zodra je bij het bewegen de pijngrens overschrijdt, zullen de nog breekbare en gevoelige collageenvezels scheuren en ben je weer terug bij af. Niet zo slim om te doen dus!

Tijdens de organisatiefase

Tijdens de laatste fase (ongeveer 7 tot 365 dagen na verwonding) van het weefselherstel zal de focus vooral liggen op de reorganisatie van de collageenvezels en de bloedvaten. Het is belangrijk om te weten dat de fibroblasten het bindweefsel alleen maar naar de oorspronkelijke structuur kunnen herstellen als het lichaamsdeel zoveel mogelijk functioneel belast wordt. Goed blijven oefenen en belasten dus! Ook hierbij geldt natuurlijk weer dat je het lichaamsdeel enkel en alleen mag belasten binnen de pijngrens. Uiteindelijk leiden de bewegingsoefeningen tot versterking van het bindweefsel en tot een toename van belastbaarheid van het weefsel 1.

HET THEORETISCHE DEEL– FASEN EN FACTOREN

Ontstekingsfase

Al kort nadat je op je knie gevallen bent, zal je merken dat de knie warm aanvoelt, dik wordt, pijn doet en dat je de knie niet meer goed kan gebruiken. Pijn, warmte, roodheid, zwelling en functieverlies zijn de 5 kenmerken van ontsteking. Deze kenmerken zijn het gevolg van weefselschade waarbij cellen en bloedvaten beschadigd zijn geraakt. Het maakt het lichaam niet uit hoe ernstig de beschadiging is; de ontstekingsfase is acuut en volgt een vast patroon. Allereerst zal het stollingssysteem (hemostase) worden geactiveerd, waarbij stollingsfactoren en bloedplaatjes er samen voor zorgen dat de beschadigde bloedvaten worden afgesloten en dat de open ruimte, die ontstaan is in het beschadigde weefsel, opgevuld wordt met onoplosbare fibrinedraden (fibrine is het onoplosbare eindproduct van de bloedstolling) 1. Deze fibrinedraden zorgen ervoor dat het wondoppervlak verkleind wordt doordat ze in de aanwezigheid van bloedplaatjes samentrekken. Daarnaast zal activatie van het stollingssysteem ook leiden tot het vrijkomen van verschillende alarmstofjes. Deze stofjes lokken onder andere macrofagen (bepaalde cellen van het immuunsysteem) en fibroblasten (de belangrijkste cellen in het bindweefsel) naar de plaats des onheils 2. Tegelijkertijd zullen de nog intacte bloedvaten in de omgeving van het beschadigde weefsel wijder worden, zodat er vocht en verschillende immuuncellen in de wond gebracht kunnen worden. Als er door de weefselbeschadiging ook nog ziekteverwekkers de wond zijn binnengedrongen, kunnen deze meteen worden opgeruimd door de immuuncellen 3.

De alarmstofjes waar ik het eerder over had, worden ook wel ontstekingsmediatoren genoemd. Sommige van deze ontstekingsmediatoren zorgen voor het wijder worden van vaten waardoor zwelling ontstaat, en anderen zorgen er weer voor dat je pijn voelt op de plek van weefselschade. Pijn voelt erg vervelend en lastig, maar is belangrijk om jou het signaal te geven dat je rust moet nemen zodat het aangedane weefsel niet nog ernstiger zal beschadigen en zodat je optimaal kan herstellen. De macrofagen die ondertussen het beschadigde weefsel zijn binnengedrongen zullen als stofzuigers het losse en overbodige weefselmateriaal opruimen, zodat de fibroblasten in deze opgeruimde ruimte kunnen beginnen met de productie van littekenweefsel 3.

Proliferatiefase; productie en littekenvorming

Tijdens de proliferatiefase produceren de macrofagen in het beschadigde weefsel signaalstofjes (o.a. bFGF; basic Fibroblast Growth Factor) die de fibroblasten doen delen (prolifereren; vandaar de naam proliferatiefase) en aanzetten tot actie 2, 3. Deze grotere hoeveelheden actieve fibroblasten zijn nodig om het weefsel weer goed op te bouwen. Er is echter nog één probleem. Fibroblasten zijn cellen die zuurstof, voedingsstoffen en vitamine C nodig hebben om goed te kunnen werken. Deze ingrediënten worden geleverd via bloedvaten, maar die zijn door de beschadiging nog niet of verminderd aanwezig in het aangedane weefsel. Macrofagen kunnen gelukkig wel functioneren in een zuurstofarme omgeving en zullen in deze situatie weer andere stofjes aanmaken (VEGF; Vascular Endothelial Growth Factor), die omringende kleine bloedvaatjes de opdracht geven om uitlopers aan te maken 1. Dit proces wordt met een chique woord ‘angiogenese’ genoemd.

Nu fibroblasten wel in actie kunnen komen, dankzij de nieuwe kleine bloedvaatjes, vullen ze de lege wondruimte met het lijmvormend eiwit collageen 2. Dit is voornamelijk het nog niet zo sterke collageen type III, maar dit geeft wel al enige stevigheid. Later in de proliferatiefase zal er het sterkere collageen type I worden aangemaakt. Ook kunnen de fibroblasten aan de collageenvezels trekken om de wond kleiner te maken. Na ongeveer een week zullen de macrofagen weer een ander signaalstofje maken (GM-CSF; Granulocyt Macrophage Colony Stimulating Factor), die er voor zorgt dat de fibroblast verandert in een zogenaamde myofibroblast 2. Myofibroblasten kunnen met behulp van hun lange uitstulpingen in elkaar schakelen waardoor ze, hand in hand, de collageenvezels in de goede richting kunnen verplaatsen.

Organisatiefase

Tijdens de laatste fase (ongeveer 7 tot 365 dagen na verwonding) van het weefselherstel zal de focus vooral liggen op de reorganisatie van de collageenvezels en de bloedvaten 2. De fibroblasten zullen als bezige bijen flink aan de slag gaan om het nieuw gevormde bindweefsel steeds meer te herstellen naar de oorspronkelijke structuur. In deze laatste fase is ook het herstel van zenuwen om te kunnen communiceren met het centrale zenuwstel belangrijk voor de functie van het aangedane weefsel. Tot die tijd is het goed aanvoelen en aansturen van het lichaamsdeel niet optimaal, wat ook voor enige onzekerheid in het maken van de beweging geeft. Oppassen geblazen dus, want deze onzekerheid kan leiden tot een verkeerde beweging welke weer kan leiden tot extra weefselschade!

Factoren

Het is goed om te beseffen dat weefselherstel en de duur van de hier bovengenoemde fases afhankelijk is van meerdere factoren. Het maakt natuurlijk uit hoe groot de weefselbeschadiging is, maar ook de plaats en het type beschadiging heeft invloed op hoe snel een weefsel kan herstellen. Als er naast een weefselbeschadiging ook nog een infectie met ziekteverwekkers heeft plaatsgevonden, zal het langer duren voordat de proliferatiefase kan beginnen. Logisch, want de immuuncellen zullen in de ontstekingsfase in dit geval vooral druk bezig zijn met het uitschakelen van de ziekteverwekkers 3. Weefsels die van zichzelf minder goed doorbloed zijn, zullen langzamer herstellen dan weefsels die goed doorbloed zijn. Sommige medicatie kan ook invloed hebben op het herstelproces. Het is bijvoorbeeld begrijpelijk dat het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers de ontstekingsfase kan verlengen. Zoals ik hierboven heb uitgelegd, is beweging ook een belangrijke factor in het herstelproces. Te weinig beweging kan het herstelproces vertragen, maar te vroeg of te veel bewegen kan ook weer kwaad doen. Ook voedingskeuze speelt een belangrijke rol in het herstelproces. Zo is vitamine C belangrijk voor de functie van fibroblasten, maar ook voldoende bouwstoffen om het weefsel op te bouwen zijn nodig. Daarnaast is mentale training waarbij het stellen van doelen, stress controle, het inbeelden van het herstelproces en positieve zelfspraak centraal staat, een belangrijke factor in het herstelproces.

Conclusie

Na het beschadigen van weefsel zal het lichaam op een zeer gestructureerde manier te werk gaan om het weefsel weer zo snel mogelijk in de oorspronkelijke staat te brengen. Hierbij worden de drie fases doorlopen (ontstekingsfase, proliferatiefase en organisatiefase) waarbij er continu sprake is van prachtig teamwork tussen allerlei verschillende cellen en weefsels 1. Jij kan deel zijn van dit teamwork door deze cellen optimaal te begeleiden. Dit kun je doen door middel van een goede balans tussen rust en beweging, de juiste voeding en een doelgerichte positieve instelling.

Mogelijk vinden vrienden dit ook interessant!

Bronnen

Verwijzing Bron
1

de Morree, J.J., Dynamiek van het menselijk bindweefsel: functie, beschadiging en herstel. 2008: Bohn Stafleu Van Loghum.

2

Duffield, J.S., et al., Host responses in tissue repair and fibrosis. Annu Rev Pathol, 2013. 8: p. 241-76.

3

MacLeod, A.S. and J.N. Mansbridge, The Innate Immune System in Acute and Chronic Wounds. Adv Wound Care (New Rochelle), 2016. 5(2): p. 65-78.